Deze broodjes zijn lekker bij een zondags ontbijtje of gewoon als tussendoortje. Heb je geen verse gist? Gebruik dan een half zakje gedroogde gist. Meer zin in een hartig broodje? Vervang dan de honing voor geraspte kaas en mosterd. Lekkerrr!!

Ingrediënten

Voor het deeg

  • 175 g speltmeel
  • 100 g speltbloem
  • 5 g zout
  • 30 ml walnootolie
  • 10 g verse gist
  • 150 ml lauwwarm water
  • bloem, om te bestuiven

Voor de vulling

  • 100 g walnoten
  • 50 g (bloemen)honing
  • zeste van 1 sinaasappel
  • 40 ml walnootolie

Bereiding

  1. Meng het speltmeel, de speltbloem, het zout en de walnootolie in een kom.
  2. Los de gist op in het water en doe dit bij het mengsel in de kom.
  3. Kneed het deeg circa 15 minuten. Het moet stevig en soepel (sponsachtig) aanvoelen,
    maar het mag niet meer plakken.
  4. Maak van het deeg een bal, wikkel deze losjes in een vochtige theedoek en laat het
    deeg 30 tot 45 minuten op een tochtvrije plaats rijzen.
  5. Maal in de blender de noten helemaal fijn tot er een boterachtige substantie ontstaat.
  6. Haal de notensubstantie uit de blender en meng deze met de honing, zeste en de
    walnootolie.
  7. Bestuif een groot werkvlak met bloem en rol het deeg na het rijzen uit tot een
    rechthoek van circa 40 x 60 centimeter. Strijk in het midden, over de lengte, een
    10 centimeter brede strook walnotenpasta uit.
  8. Vouw nu de ene lange kant iets over het midden van de deeglap en de andere lange
    kant daar weer overheen. Snijd de lap diagonaal in 4 repen. Je houdt nu 2 hoekjes over;
    die gebruik je niet meer.
  9. Snijd elke reep over de lengte doormidden maar laat een van de twee uiteinden vast.
    Rek de reep voorzichtig iets uit, twist hem en leg er een knoop in zodat een knotje ontstaat.
  10. Bekleed de bakplaat met bakpapier, leg de 4 knotjes erop en laat ze nog 20 minuten
    onder een vochtige theedoek staan.
  11. Verwarm intussen de oven voor op 170 °C. Bak de knotjes in 15 minuten gaar in de
    voorverwarmde oven.

Recept uit het boek “Nootje” van Pascalle Bonnier en Mathijs Kok

 

Categorieën: Recepten